Voorkeurshouding
Voorkeurshouding of asymmetrische zuigeling
Voorkeurshoudingen bij baby’s komen de laatste 10 jaar vaak voor. We spreken van een voorkeurshouding als het kind te vaak, te veel in één en dezelfde positie verblijft en te weinig variatie vertoont in bewegen richting de andere zijde. Het volgen met ogen en hoofd verloopt niet altijd soepel en uiteindelijk kan dit leiden tot een eenzijdige afplatting van de schedel (plagiocephalie), omdat de schedel van nature bij jonge baby’s nog erg zacht is. Om de afplatting van het hoofdje goed in kaart te kunnen brengen, kan de kinderfysiotherapeut gebruik maken van de Plagiocephalometrie.
De kinderfysiotherapeut onderzoekt wat de oorzaak van de houdingsvoorkeur kan zijn. Is er sprake van een voorkeurshouding met of zonder afgeplat hoofd, met of zonder bewegingsbeperking van de wervelkolom, zit de oorzaak in het halsgebied (musculaire torticollis) of speelt heupproblematiek of basis van een aangeboren heupdysplasie een rol? Ook kan het zijn dat het kindje nog kracht mist om het hoofdje goed te kunnen sturen. Na het onderzoek wordt er een behandelplan gemaakt en wordt de behandeling gestart.